
Hiv heeft inhoud gegeven aan mijn leven
“Eigenlijk ben ik nog steeds vrijwilliger bij de Hiv Vereniging. Dat laat ik voorlopig zo, want ik vind de Vrijwilligersborrel in december altijd zo leuk. Het is hét moment om de mensen van het eerste uur te ontmoeten. Sommigen ken ik al sinds de eerste helft van de jaren 90. Van meet af aan ben ik naar alle mogelijke medische congressen over hiv gegaan, samen met Kees Rümke. We zaten er bovenop en volgden alles wat er op medisch gebied gebeurde. Ik wilde het snappen, ik wilde er alles over weten.
Ik liep hiv op in 1982, drie maanden onverklaarbare koorts. Twee jaar later kreeg ik de diagnose. Met mijn rug tegen de muur dacht: ik ga niet beginnen met doodgaan, ik ga beginnen met doorleven. Mijn energie kwam los. Ik gokte erop dat ik bij die vijftig procent hoorde die over 2,5 jaar nog leefde – dat was destijds de prognose. En verder hield ik mijn bek erover, want je kan niemand de verantwoordelijkheid voor zo'n zwaar geheim geven, vond ik. Mijn vriend heb ik het verteld, de huisarts, en verder niemand. Inmiddels zijn we 42 jaar verder.
Ik ben nu 81, dus ik ga het wat rustiger aan doen qua vrijwilligerswerk. Ergens ben ik toch bang dat ik goed maf en dement word. Wat eigenlijk nergens op slaat, maar mijn kortetermijngeheugen gaat achteruit, merk ik, en ik wil liever niet de dorpsgek worden. Een hiv- consulente zei eens tegen me dat ik te veel bezig was met hiv. Die uitspraak irriteerde me en is me altijd bijgebleven. Hiv is heel belangrijk geweest in mijn leven. Het is niet mijn dood geworden, het is een motor geweest achter mijn manier van leven en achter het inhoud geven aan mijn leven.”