Wat is hiv?

Hiv is een virus dat de afweer bij mensen verzwakt waardoor je lijf ziekteverwekkers niet meer goed kan bestrijden. Je kunt daardoor ernstige problemen krijgen van allerlei infecties en aandoeningen waar iemand zonder hiv doorgaans amper last van zou hebben. 

Gelukkig is er medicatie die hiv effectief onderdrukt. Het virus krijgt geen kans om je ziek te maken en je kunt het ook niet overdragen op anderen, ook niet als je seks hebt zonder condoom. Je kunt net zo lang en gezond blijven als iemand zonder hiv en volop genieten van het leven.

Iedereen kan hiv krijgen, het maakt daarbij niet uit wat je seksuele voorkeur is. Wat het meest voorkomt, is dat hiv wordt overgedragen via seks, als je geen condoom of prep gebruikt. Ook via contact met bloed kan hiv overgedragen worden. Soms gaat hiv tijdens de zwangerschap over van moeder op kind, of via borstvoeding.

In bijna alle gevallen geldt dat hiv wordt overgedragen omdat iemand niet weet dat die hiv heeft en nog niet behandeld wordt. 

In de normale dagelijkse omgang kun je geen hiv krijgen van iemand, ook als deze persoon wel hiv heeft maar geen medicatie gebruikt. 

Hoesten, niezen, iemands tandenborstel, handdoek, deurklink, toiletbril gebruiken enzovoorts: er is geen enkele reden om iemand met hiv anders te behandelen dan een ander.  

Laat je hiv niet behandelen, dan kun je heel erg ziek worden en er zelfs aan overlijden. Dat wordt aids genoemd: hiv heeft je afweer zover aangetast dat aandoeningen waar je normaal gesproken niet veel last van zou hebben – een verkoudheid bijvoorbeeld – levensbedreigend worden.

Aids komt in Nederland nog maar heel weinig voor omdat de hiv-behandeling zeer effectief is. Vaak al binnen een maand nadat iemand begint met het slikken van medicijnen is het virus zodanig onderdrukt dat het amper nog terug te vinden is in je bloed.

Als mensen in Nederland wel aids krijgen, is dat meestal omdat ze niet wisten dat ze hiv hebben. Het is daarom belangrijk om je te laten testen op hiv als je onbeschermde seks hebt met iemand die niet weet of die hiv heeft.

Hoe eerder je weet dat je hiv hebt, hoe minder last je ervan hoeft te hebben.

Aids is het laatste stadium van een hiv-infectie. Aids wordt gediagnosticeerd wanneer hiv het immuunsysteem ernstig heeft verzwakt en de persoon bepaalde ziekten (zogeheten 'opportunistische infecties') ontwikkelt die gezonde mensen normaal gesproken niet krijgen. 

Hiv en aids zijn dus gerelateerd maar betekenen niet hetzelfde. 

Tegenwoordig wordt in plaats van het woord aids ook wel de term vergevorderde hiv gebruikt, onder meer door de WHO, UNAIDS en Artsen Zonder Grenzen.  

Hiv is de afkorting van ‘humaan immunodeficiëntie virus’. ‘Humaan’ betekent menselijk en ‘immunodeficiëntie’ betekent: een aantasting van het immuunsysteem. 

Dat mag je weer vergeten. De term hiv is ingburgerd als een zogeheten acroniem. Je spreekt het uit als een woord (en dus niet als de afzonderlijke letters 'ha-ie-vee').  

Het woord aids staat voor 'acquired immune deficiency syndrome'.