Nieuws over ‘injectables’ op HIV Glasgow 2020

Gepubliceerd: 12 oktober 2020

Van 5 tot en met 8 oktober vond het virtuele HIV Glasgow 2020 congres plaats. Het belangrijkste nieuws wordt via de blog van de Hiv Vereniging gedeeld. Er werden een aantal studies over injectables gedeeld: hiv-medicatie die als injectie gegeven wordt. De injectie bestaat uit de integraseremmer cabotegravir en de non-nucleoside reverse transcriptaseremmer rilpivirine.

FLAIR studie

In de FLAIR studie wordt de injectie onderzocht bij mensen die nog niet eerder hiv-medicatie gebruikt hebben. De deelnemers kregen 20 weken dolutegravir/abacavir/lamivudine (Triumeq). Hierna werden er twee groepen gemaakt: de ene groep bleef Triumeq slikken, de andere groep kreeg eerst een maand cabotegravir en rilpivirine in pilvorm, en kreeg daarna de injectie. De injecties werden elke maand gezet.

Na 2 jaar (96 weken) kreeg ook de groep die Triumeq was blijven slikken de injecties. Tijdens Glasgow 2020 werden de data van de mensen die switchten gepresenteerd. De ene helft van deze groep (111 mensen) kreeg eerst een maand cabotegravir en rilpivirine in pilvorm, en daarna de injectie. De andere helft van de groep (121 mensen) kreeg meteen de injectie. De deelnemers mochten in overleg met hun arts kiezen of ze meteen met de injecties wilden beginnen, of eerst een maand pillen wilden slikken. Na 24 weken na de start met de injecties had 93,4% van de mensen die eerst pillen slikten een onmeetbaar virus, en 99,1% van de mensen die direct met de injectie begonnen hadden een onmeetbaar virus.

In het begin van de studie kregen de deelnemers eerst een maand cabotegravir en rilpivirine in pilvorm, omdat de onderzoekers zeker wilden weten of mensen geen allergische reactie voor het middel zouden krijgen. Met een pil kun je dan direct stoppen, bij een injectie zit de medicatie veel langer in je lichaam. Het bleek dat het voor de veiligheid niet nodig was de deelnemers eerst een maand cabotegravir en rilpivirine in pilvorm te geven.

Ongeveer één op de vijf deelnemers had last van bijwerkingen. De meest voorkomende bijwerking was pijn door het zetten van de injectie. In beide groepen is één persoon gestopt met de injectables: één vanwege de bijwerkingen (gewichtstoename), en de ander omdat deze persoon kanker kreeg (dit kwam niet door de injectables).

ATLAS studie

In de ATLAS studie wordt de injectie onderzocht bij mensen die al eerder andere hiv-medicatie gebruikt hebben. Er deden 616 mensen mee aan deze studie. Er werden twee groepen gemaakt: de ene groep bleef hun huidige hiv-medicatie slikken, de andere groep kreeg eerst een maand cabotegravir en rilpivirine in pilvorm, en kreeg daarna de injectie. De injecties werden elke maand gezet.

Na 1 jaar (48 weken) mochten de deelnemers die hun huidige hiv-medicatie waren blijven slikken kiezen of ze naar de injectie wilden switchen, of de medicatie wilden blijven slikken die ze al slikten. Ook konden ze ervoor kiezen om naar de ATLAS-2M studie over te stappen, waarin onderzocht wordt of de injectie ook elke 8 weken in plaats van elke vier weken gezet kan worden. De meeste deelnemers kozen voor de laatste optie en gingen naar de ATLAS-2M studie. 52 mensen bleven in de ATLAS studie en slikten eerst een maand cabotegravir en rilpivirine in pilvorm, en kregen daarna de injecties.

Na 2 jaar (96 weken) had 100% van de mensen die direct in de studie met de injecties begonnen een onmeetbaar virus. Van de mensen die met 48 weken geswitcht waren naar injecties had 96,6% een onmeetbaar virus.

Bij vier mensen die naar de injecties waren geswitcht kwamen ernstige bijwerkingen voor. Bij drie personen was dit een reactie op de plek waar de injectie was gezet, één persoon had verhoogd lipase (dit is een eiwit dat vetten afbreekt). 20% van de deelnemers gaf aan last te hebben van het zetten van de injectie, dit is de reden dat één persoon stopte met de studie.

ATLAS-2M studie

In de ATLAS-2M studie kregen deelnemers die al eerder andere hiv-medicatie hadden geslikt, elke 8 weken de injectie met cabotegravir en rilpivirine. Een kwart van de deelnemers was vrouw. Er waren 137 vrouwen die elke 8 weken de injectie kregen, en het bleek dat de injectie net zo veilig en effectief was als bij mannen. Ook waren de vrouwen net zo tevreden over de injectie als de mannen die meededen.

Er zijn eerder resultaten van deze studie gedeeld, waaruit bleek dat na 48 weken 94,3% van de mensen die elke 8 weken de injectie kregen een onmeetbaar virus had. Tijdens Glasgow 2020 werd bekend gemaakt dat de injecties in de ATLAS, ATLAS-2M en de FLAIR studie allemaal even effectief en even veilig zijn.

Maar wie wil de injectie?

In Italië is een onafhankelijke studie (dus niet uitgevoerd door de farmaceut) gehouden onder 242 mensen met hiv. Een kwart van de deelnemers was vrouw, en er deden mensen van alle leeftijden en uit het hele land mee. 95% van de deelnemers slikten één pil per dag voor hun hiv. 82% van de mensen gaven aan een goed gevoel bij hun hiv-medicatie te hebben. Toch gaf 34% van de deelnemers aan dat het dagelijks slikken van een pil voelde als een verplichting, en hun minder vrijheid gaf.

Meer dan de helft van de deelnemers had gehoord van langwerkende hiv-medicatie. 89% van de deelnemers had interesse om te switchen. Van de mensen die interesse had wist de helft zeker dat ze wilden switchen, en de andere helft zou het misschien willen. De meeste mensen willen de injectie thuis krijgen als dit mogelijk zou zijn. Toch zouden twee derde van de deelnemers het oké vinden als de injectie in het ziekenhuis gezet moet worden.

De Italiaanse onderzoekers geven aan dat ze verrast zijn door de interesse in de injecties. Ze geven echter ook aan dat dit een uitdaging kan worden voor het zorgsysteem: er is nu niet de capaciteit om de injecties te kunnen zetten.

 

Bronnen:

  • Celesia M et al. Long-acting treatments: people's expectations and attending physicians' preparedness. Are we ready to manage it? HIV Glasgow 2020, abstract P015.
  • Chounta V et al. Comparability of 48-week efficacy and safety of cabotegravir + rilpivirine long-acting every 8 weeks to standard of care in suppressed HIV-1-infected patients. HIV Glasgow 2020, abstract P011.
  • D'Amico R el al. Long-acting cabotegravir + rilpivirine as maintenance therapy: ATLAS week 48 results. HIV Glasgow 2020, abstract O414.
  • Swindells S et al. Cabotegravir + rilpivirine long-acting as HIV-1 maintenance therapy: ATLAS Week 96 results. HIV Glasgow 2020, abstract P006.

 

Deze informatie is nuttig