Het belang van taal

Het belang van taal: hoe woorden kunnen bijdragen aan stigma rondom hiv, en het voorkomen ervan.

Taal is een machtig instrument dat onlosmakelijk is verbonden met maatschappij en politiek. Wie denkt dat woorden maar woorden zijn, gaat voorbij aan de politieke en emotionele lading die woorden kunnen hebben.

Laatste update: 25 augustus 2022

Vooral minderheidsgroepen ervaren hoe taal kan worden gebruikt als instrument om te onderdrukken en te veroordelen. Daartegenover staat de kracht van zogeheten geuzentermen, waarbij een minderheid stigmatiserende of discriminerende woorden juist claimt en er een andere lading geeft. Denk aan termen als 'flikker' of 'queer' die door de LHBTI-scene zijn overgenomen.

Hoe werkt deze dynamiek bij ‘hiv-taal’? In een artikel van Hivnieuws uit 2006 schrijft wijlen Kees Rümke (redacteur en stafmedewerker medische zaken en zorg bij de Hiv Vereniging) over de ‘geheimtaal’ waarmee zowel mensen met hiv als professionals uit de hiv-zorg te maken krijgen.

In het artikel ontleedt hij verschillende woorden zoals ‘hiv-remmers’, ‘ondetecteerbaar’ en ‘viral load’. Als een soort taalfilosoof beschrijft hij het ontstaan van de verschillende termen en de eventuele stigmatiserende lading ervan. Nu, zo’n zestien jaar later, is taal in het hiv-veld nog steeds een veelbesproken onderwerp en blijft de boodschap van Rümke actueel.

Uitsluiting

Als we het stigma rondom hiv willen verminderen dan moeten we ook kijken naar de taal, omdat taal en stigma met elkaar verbonden zijn. Taal is onderdeel van de maatschappij en daarmee ook onderdeel van discriminatie en uitsluiting. Hoe er over een groep wordt gesproken, heeft invloed op het beeld dat wordt gecreëerd over deze groep. Als er in jouw omgeving stigmatiserende termen worden gebruikt voor een minderheidsgroep, heeft dit effect op het beeld dat jij vormt over deze groep.

Taalwijzer

De Hiv Vereniging heeft daarom een taalwijzer opgesteld waarin we verschillende stigmatiserende en discriminerende termen bespreken. Het document draagt alternatieve woorden aan die geschikter zijn en legt uit waarom. Hiermee willen we mensen aan het denken zetten over de woorden die ze gebruiken en welke invloed die kunnen hebben op mensen met hiv.

Zonder waardeoordeel

Als vereniging voor en door mensen met hiv vinden we het belangrijk dat er gesproken wordt over mensen en niet over diagnoses. Iemand mag niet gereduceerd worden tot een hiv-infectie. Een persoon met hiv is namelijk veel meer dan dat. Dit taalgebruik heet ‘People First Language’; de persoon wordt voor de diagnose gesteld. Voorbeelden hiervan zijn: ‘persoon met hiv’ en ‘mensen met hiv’ in plaats van ‘hiv-persoon’ en ‘hiv-patiënt’. Door gebruik te maken van ‘People First Language’ vermijden we dehumanisering en spreken we zonder waardeoordeel.

Besmetten, infecteren of overdragen?

Taal heeft invloed op iemands beeldvorming, en taal is niet neutraal. Neem het woord ‘besmetten’. Deze term heeft een vervelende bijsmaak en geeft veel mensen met hiv het gevoel dat ze vies zijn. Bovendien impliceert het woord ‘besmetten’ dat het virus makkelijk kan worden overgedragen via lichamelijk contact, het delen van bestek, in iemands gezicht hoesten, etc. Bij hiv is dit niet het geval. Hiv is een infectieziekte en de term ‘infecteren’ past dus beter in medische context van de aandoening. In de dagelijkse omgang geven we de voorkeur aan de term ‘overdragen’, omdat dit minder medisch en minder beladen klinkt. ‘Ik ben bang om hiv aan iemand over te dragen’ doet minder zwaar aan dan ‘ik ben bang iemand te infecteren’.

Wanneer hiv, wanneer aids?

De termen hiv en aids worden vaak door elkaar gehaald of samen verkeerd gebruikt. De meeste mensen die hiv hebben in Nederland, krijgen geen aids. Gebruik ‘hiv/aids’ liever niet als combinatie, zoals vaak wel wordt gedaan. De woorden afzonderlijk verwijzen elk naar een eigen betekenis. De term ‘aids-virus’ is niet correct. Aids is geen virus, maar het gevolg van een onbehandelde infectie met het hiv-virus waardoor het afweersysteem is aangetast. Een aidstest bestaat niet, een hiv-test wel. Hiv-preventie (condoomgebruik, PrEP, schone naalden etc.) is iets anders dan aidspreventie (medicatiegebruik, therapietrouw, gezond leven etc.).

Patiënt

Een veelgehoord commentaar van mensen met hiv is dat ze niet graag worden omschreven als patiënten of ‘hiv-patiënten’. Het woord patiënt impliceert dat een persoon afhankelijk is van hulp en dus niet zelfredzaam is. De term wordt als stigmatiserend ervaren omdat veel mensen die hiv hebben niet ziek zijn, een gezond leven leiden en net zo oud kunnen worden als ieder ander. Natuurlijk kan in medisch-klinische context gesproken worden over patiënten met hiv. Daarbuiten werkt het woord stigmatiserend.

Stigma doorbreken

Het zal altijd een taak blijven van de Hiv Vereniging om mensen erop te wijzen aan welke woorden we de voorkeur geven. We sturen onze taalwijzer daarom mee met media-aanvragen, persberichten en andere publieke uitingen. We updaten het document wanneer we daar aanleiding toe zien. Want ook met taal kunnen we stigma doorbreken en het beeld over hiv veranderen. 

 

Deze informatie is nuttig