Op donderdag 18 november 2021 publiceert stichting hiv monitoring (SHM) het Monitoring Report 2021. In dit rapport wordt informatie over hiv in Nederland gedeeld, die verzameld is tot en met december 2020. We geven een samenvatting van de belangrijkste punten uit het Monitoring Report 2021, en delen onze visie op de data. Ook lees je of Nederland de 95-95-95 doelen al behaald heeft.
Nieuwe diagnoses in 2020
In 2020 kregen 411 mensen een hiv-diagnose. Dit is een daling van 53% ten opzichte van 2015, toen er 894 nieuwe hiv-diagnoses waren. Dat lijkt natuurlijk heel goed nieuws, maar als gevolg van de lockdowns en een vanwege COVID-19 gewijzigd testbeleid is er in 2020 minder op hiv en soa’s getest dan de jaren ervoor.
Van de mensen die in 2020 met hiv gediagnosticeerd werden waren er 258 (63%) MSM: mannen die seks hebben met mannen. In 29% van de nieuwe diagnoses betreft het overdracht door heteroseksueel contact; bij 8% van de nieuwe diagnoses is sprake van een andere of onbekende transmissiewijze.
Slechts 8% van de heteromannen en vrouwen werden binnen 12 maanden na de hiv-infectie getest op hiv. Dat betekent dat 92% van de heteromannen en vrouwen langer dan een jaar hiv had, zonder het te weten. Bij MSM werd 33% binnen 12 maanden na de hiv-infectie getest.
43% van alle nieuwe diagnoses in 2020 waren bij mensen die buiten Nederland zijn geboren. 26% van alle nieuw gediagnosticeerde mensen in 2020 was op het moment van diagnose 50 jaar of ouder.
Te veel late diagnoses
In 2020 had de helft van de mensen die een hiv-diagnose kregen (dus ongeveer 200 mensen) een ‘late hiv-diagnose’. Zo iemand wordt dan een ‘late presenter’ genoemd. Dit houdt in dat iemand minder dan 350 CD4-cellen heeft, of zelfs aids, op het moment van diagnose. Dit is een probleem, omdat iemand dan pas met een aangetaste weerstand wordt gediagnosticeerd. Te lang rondlopen met een aangetaste weerstand heeft op lange termijn een negatieve invloed op de gezondheid. Het is belangrijk dat mensen zo snel mogelijk hun hiv-diagnose krijgen, zodat ze kunnen starten met medicatie.
Dit is geen nieuw probleem. De afgelopen jaren kwam ongeveer de helft van de mensen laat in zorg. Naar verhouding waren dit meer vrouwen en heteromannen dan MSM. Het lukt het hiv-veld tot nu toe niet goed om ervoor te zorgen dat deze late presenters eerder een hiv-test doen.
Er kunnen een aantal redenen zijn waarom mensen te laat een hiv-test doen. Bijvoorbeeld omdat mensen niet weten dat ze hiv hebben, en er dus niet bij stilstaan dat een hiv-test een goed idee is. Of omdat er bij zorgverleners niet altijd een lampje gaat branden dat bepaalde klachten het gevolg van een hiv-infectie kunnen zijn.
Ook kan het zijn dat iemand zich wel wil laten testen op hiv, maar dat de barrières te groot zijn (zoals de kosten of gebrek aan privacy). Daarnaast kan het zijn dat iemand zelf vermoed of weet dat diegene hiv heeft, maar bang is voor de gevolgen van een positieve test. Het is belangrijk dat er meer inzet wordt getoond om hiv-testen laagdrempelig aan te bieden, en zorgen weg te nemen over de gevolgen van een positieve diagnose.
Nieuwe infecties in 2020
De SHM maakt per jaar een schatting van hoeveel mensen er in dat jaar hiv oplopen. Dat is niet te meten, omdat niet iedereen direct getest wordt na de hiv-infectie. Er wordt dus zo goed mogelijk berekend hoeveel nieuwe infecties er per jaar zijn. Naar schatting waren er 180 nieuwe hiv-infecties in Nederland in 2020. Dat is een daling van 82% ten opzichte van 2010. Het zou kunnen dat het werkelijke aantal nieuwe infecties lager ligt, vanwege de coronamaatregelen.
Naar schatting waren 30% van deze nieuwe hiv-infecties bij MSM. De daling van infecties onder MSM was naar schatting 91% ten opzichte van 2010 . Mogelijke verklaringen van deze grote daling onder MSM zijn de beschikbaarheid van PrEP , de standaard soa-testen en dat er meer mensen met hiv een onderdrukt virus hebben en daarmee hiv niet overdragen.
Aids
In 2020 overleden 13 mensen in Nederland aan de gevolgen van aids. Het doel in het nationale actieplan is dat er in 2022 niemand meer overlijdt door aids in Nederland. Mensen die aan aids overlijden in Nederland zijn voornamelijk mensen die pas heel laat hun hiv-diagnose krijgen en voor wie de hiv-behandeling te laat kwam, of die het niet lukt om therapietrouw te zijn. Het is dus belangrijk dat er ingezet wordt op het verminderen van het aantal late presenters, en dat mensen met hiv worden ondersteund bij het nemen van hun medicatie.
Aantal mensen met hiv in Nederland
Eind 2020 waren er naar schatting 24.000 mensen met hiv in Nederland. Van deze mensen waren naar schatting 1.640 nog niet bekend met hun hiv-diagnose. Van de mensen met een diagnose waren er 21.155 in zorg (21.003 volwassenen en 152 kinderen) in Nederland.
Naar schatting woont de meerderheid van 57% van de mensen met hiv buiten de vier grootste steden. 43% van de mensen met hiv wonen in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag of Utrecht.
Pieter Brokx, directeur Hiv Vereniging:
"We zien gelukkig al jaren dalende cijfers als het om nieuwe diagnoses gaat en nul nieuwe hiv-infecties komt daarmee in zicht. Dat betekent dat we ons nu nog meer moeten gaan focussen op de mensen die we nog niet bereiken zodat we niemand vergeten. Ook zijn er inmiddels 24.000 mensen met hiv in Nederland en daarvoor valt nog veel te verbeteren. De Hiv Vereniging committeert zich aan het bereiken van een optimale kwaliteit van leven met hiv voor alle mensen met hiv in Nederland."
Kinderen met hiv
Door de vrijwillige hiv-screening voor zwangere vrouwen tijdens het eerste trimester van de zwangerschap en door behandeling van moeders met hiv worden er in Nederland tegenwoordig vrijwel nooit meer kinderen met hiv geboren.
Ook lijkt de hiv-behandeling bij kinderen goed te verlopen: 97% van de kinderen onder de 18 jaar heeft een onmeetbaar virus. De transitie van kinderzorg naar volwassenzorg gaat echter nog niet soepel. Wanneer kinderen overgaan naar volwassenenzorg wordt de therapietrouw minder. 20% van de kinderen heeft een meetbaar virus wanneer ze overgaan van het kinder-hiv-behandelcentrum naar het volwassenen-hiv-behandelcentrum. Het is belangrijk dat deze jongvolwassenen beter begeleid worden in deze periode, en dat de ondersteuning bij therapietrouw wordt verbeterd.
95-95-95 doelen
Nederland werkt toe naar het bereiken van de UNAIDS 95-95-95 doelstelling die voor 2025 is gesteld. De doelstelling is als volgt:
- 95% van de mensen met hiv weten dat ze hiv hebben (is gediagnosticeerd)
- Van de mensen die weten dat ze hiv hebben is 95% in zorg en krijgt hiv-medicatie
- 95% van de mensen die hiv-medicatie krijgen heeft een onmeetbaar virus
Nederland heeft de 90-90-90 doelstelling van 2020 al gehaald. In 2020 had 93% van de mensen met hiv een diagnose en was 94% van deze mensen in zorg en kreeg medicatie. Van de mensen die behandeld werden voor hun hiv-infectie had 95% een onmeetbaar virus. De 95-95-95 doelen zijn dus ook bijna behaald.
Bij mannen die seks hebben met mannen zijn deze doelen voor 2025 al behaald in 2020: 96% was gediagnosticeerd, hiervan was 96% in zorg en kreeg hiv-medicatie, en hiervan had 96% een onmeetbaar virus.
Met het naderen van nul nieuwe hiv-infecties is het belangrijk om de focus te verleggen naar de kwaliteit van leven van mensen met hiv. UNAIDS verwoordt dit als ‘zero discrimination’. Wij willen dit verder trekken naar: een goede kwaliteit van leven voor alle mensen met hiv. Dat gaat verder dan dat er alleen geen discriminatie is.
We zien hier een hele belangrijke rol voor de informele zorg. De formele zorg speelt natuurlijk een grote rol in het behandelen van fysieke en mentale problemen. Maar informele zorg kan een helpende hand bieden wanneer iemand op zoek is naar herkenning, steun, of contact. Daarnaast is het belangrijk dat er ingezet wordt om het stigma op hiv bij het algemene publiek de wereld uit te helpen.
Bertus Tempert, voorzitter Hiv Vereniging:
“De cijfers stemmen hoopvol en je kan concluderen dat we het als land goed doen. De kwaliteit van de hiv-zorg is hoog, maar we blijven waakzaam dat dit op peil blijft en op bepaalde punten verbetert. We moeten extra inspanningen doen om ook de laatste groep(en) te bereiken of dat zij ons beter weten te vinden. De Hiv Vereniging maakt zich hard voor een optimale fysieke, mentale en seksuele gezondheid van iedereen met hiv in Nederland. Met een hiv-populatie die – gelukkig – veroudert blijven we alert dat mensen met hiv de zorg, aandacht en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben.”
Niet meetbaar = niet overdraagbaar
In 2020 had 95% van de mensen met hiv in Nederland die medicatie slikten een onderdrukt virus. Dat gaat over ongeveer 22.560 mensen. Deze mensen worden goed behandeld voor hiv, hebben medicatie die goed voor hun werkt, en kunnen het virus niet overdragen aan anderen.
Maar dit betekent ook dat er naar schatting ongeveer 1.440 mensen met hiv in Nederland waren die wel een meetbaar virus hadden, bijvoorbeeld omdat ze niet in zorg waren of omdat een onmeetbaar virus niet bereikt kon worden met hiv-medicatie. Het is belangrijk dat deze mensen niet vergeten worden, en dat er gezocht wordt naar een betere hiv-behandeling wanneer deze niet optimaal is. En dat het ook belangrijk is dat mensen in zorg komen en gehouden worden, of dat mensen terug in zorg komen.
Verder lezen?