Is TAF beter dan TDF?

Gepubliceerd: 18 april 2018

Tenofovir disoproxil fumarate (TDF) wordt veel voorgeschreven en is onderdeel van Truvada, Eviplera, Stribild, Viread en Atripla. TDF is effectief en veilig, maar heeft bij langdurig gebruik soms nierproblemen of botontkalking als bijwerking.

Tenofovir alafenamide (TAF) is na TDF ontwikkeld. Uit onderzoek is gebleken dat TAF minder schadelijk is voor de nieren en botten, omdat er een lagere dosis nodig is en de spiegel van tenofovir in het plasma lager is. TAF is onderdeel van Descovy, Odefsey, Genvoya  en Symtuza.

TDF en TAF zijn beiden een pro-drug van tenofovir. Een pro-drug is een inactieve stof die in het lichaam wordt omgezet in een biologisch actieve  stof. TAF is echter (veel) duurder dan TDF. Hill et al. hebben met een meta-analyse onderzocht of het prijsverschil opweegt tegen de verminderde bijwerkingen, en of de voordelen van TAF niet overschat zijn. 

Meta-analyse

In de meta-analyse werd data uit elf studies geanalyseerd. Hiervan werden negen studies bij deelnemers met hiv gedaan en twee studies bij deelnemers met hepatitis B. Zowel TDF als TAF kunnen namelijk ook als medicatie bij hepatitis B gebruikt worden.

In totaal kregen 3347 deelnemers in de studies TDF en 4763 deelnemers TAF. Hiervan kreeg ongeveer de helft een booster (ritonavir of cobicistat) naast de TDF of TAF. Deelnemers die TAF+booster kregen hadden een iets beter onderdrukte viral load dan deelnemers die TDF+booster kregen (P=0,05). Zonder booster werd er geen verschil in effectiviteit gevonden.

Er was geen verschil in ernstige bijwerkingen wanneer de TDF groep met de TAF groep vergeleken werd (met en zonder booster). Ook was er geen verschil in sterftecijfers tussen de groepen.

Nierproblemen werden gedefinieerd als hoeveel deelnemers met het onderzoek moesten stoppen door toxiciteit in de nieren. Deelnemers die TAF+booster kregen hadden minder nierproblemen dan deelnemers die TDF+booster kregen (1% verschil, P= 0,002). Zonder gebruik van een booster was erg geen verschil in toxiciteit in de nieren.

Botontkalking werd gedefinieerd als hoeveel risico deelnemers liepen op het breken van een bot en als hoeveel deelnemers met het onderzoek moesten stoppen door botproblemen. Het risico op botbreuken was 1% lager voor deelnemers die TAF+booster kregen dan voor deelnemers die TDF+booster kregen (P=0,04).  Ook hadden deelnemers die TAF+booster kregen een 1% lager risico dat ze moesten stoppen met de studie door botproblemen dan deelnemers die TDF+booster kregen (P=0,03). Zonder booster was er geen verschil in botproblemen.

Hiernaast werd gevonden dat er met én zonder booster een verschil was in botdichtheid tussen deelnemers die TAF of TDF kregen. Vermindering van botdichtheid was in de heupen ongeveer 1,5% lager en in de wervelkolom ongeveer 2% lager bij deelnemers die TAF kregen dan bij deelnemers die TDF kregen (P<0,001). Het is echter niet bekend of dit verschil klinisch relevant is. Dit betekent dat het niet duidelijk is of dit verschil in de praktijk betekenis heeft.

Conclusie

In de meta-analyse werd gevonden dat TDF en TAF waarschijnlijk hetzelfde  (schadelijke) effect op de nieren en botten hebben wanneer er geen booster (ritonavir of cobicistat) wordt gebruikt. Als er wel een booster wordt gebruikt, heeft TAF een iets minder schadelijk effect op de nieren en botten. Het onderzoek wordt afgesloten met de boodschap dat de voordelen van TAF wellicht overschat worden.

 

Bronnen

  • Hill, A., Hughes, S. L., Gotham, D., & Pozniak, A. L. (2018). Tenofovir alafenamide versus tenofovir disoproxil fumarate: is there a true difference in efficacy and safety?. Journal of Virus Eradication, 4, 73-80.
  • Ustianowski, A., & Arends, J. E. (2015). Tenofovir: what we have learnt after 7.5 million person-years of use. Infectious diseases and therapy, 4(2), 145-157.
Deze informatie is nuttig