Onze voorzitter Bertus Tempert schreef een column over zijn kijk op de serie ‘It’s a Sin’, hiv in de media en doet een oproep om de schat aan verhalen en ervaringen, over toen en nu, te vertellen. Lees hieronder zijn column.
Onlangs was ik samen met Sander, medebestuurslid van de Hiv Vereniging, gast in ‘De Eeuw van de Amateur’, een podcastprogramma van Botte Jellema en Ype Driessen. Aanleiding was de Britse serie ‘It’s a Sin’ over de beginjaren van hiv/aids (1981 – 1991) in Londen. De vijfdelige serie is een kijkcijferkanon en maakt ontzettend veel los. In Groot Brittannië werd de serie uitgezonden tijdens de HIV Testing Week en het aantal hiv-testen vervijfvoudigde. Een ander positief effect is dat veel mensen met hiv, die tot dan toe in de hiv-kast zaten, zich gesterkt voelden met hun hiv naar buiten te komen en hun verhaal te delen. Ook stijgt de vraag naar voorlichting over hiv op scholen, buurtcentra etc. De serie is hier te zien op NPO Plus.
Net als de hoofdrolspelers verhuisde ik op negentienjarige leeftijd van het platteland (Wierden) naar de grote stad (Utrecht) om te studeren en het leven te ontdekken. Opgegroeid in een verstikkend, zwaar protestant milieu snakte ik naar vrijheid, genot, spanning, vriendschappen, seks en liefde. Binnen een paar weken was ik uit de kast, schreef mij uit uit de kerk, studeerde en ging uit, heel veel uit. Discotheek De Roze Wolk was mijn Walhalla, ik danste, flirtte, versierde en werd versierd. Net als de jongelui in ‘It’s a Sin’ voelde ik me mooi, jong en onsterfelijk. En toen kwamen de eerste berichten over GRID (Gay Related Immune Deficiency), wat later hiv (het virus) en aids (de aandoening) is gaan heten. Ik herinner me nog goed dat ikzelf niet zo zeer bang, maar wel geïntrigeerd was en dacht dat ik er vroeg of laat mee te maken zou krijgen. Lang verhaal kort: ik werd buddy (1987), begeleidde in vijf jaar vier homomannen met aids, werd geen leraar, maar kwam bij de Aids Infolijn van de Nationale Commissie Aids Bestrijding (1989), kreeg zelf hiv (2002). De rest is geschiedenis.
Door de serie en de podcast komen mensen, herinneringen en bijbehorende emoties uit die tijd sterk naar boven. De werkelijkheid was vele malen heftiger en rauwer en deze periode heeft me gevormd tot de persoon die ik nu ben. Ik herken veel uit de serie: het gebrek aan goede informatie, de onzekerheid, de angst, schuld, schaamte, ontkenning, maar ook de solidariteit, het activisme, de acties, het opkomen en zorgen voor elkaar, de verbondenheid. In de podcast vertel ik míjn verhaal en zo heeft iedereen haar/hun/zijn eigen verhaal.
Mijn ervaringen van toen en het verhaal uit de serie zijn dertig tot veertig jaar oud en laten goed zien waar we vandaan komen. Van een gruwelijke, dodelijke ziekte tot succesvolle behandeling in 1996 met de combinatietherapie, en daardoor toekomstperspectief. We worden even oud als mensen zonder hiv, we krijgen kinderen zonder hiv en dragen het virus (n=n) niet meer over. Er is PrEP en er gloort genezing aan de verre horizon. We kunnen goed leven met hiv.
Juist omdat de beelden van vroeger zo indringend en iconisch zijn, zitten ze ons ook flink in de weg. Veel mensen hebben nog steeds verouderde denkbeelden wanneer het gaat om hiv/aids. Aids in Nederland is voor altijd verbonden aan René Klijn en zijn optreden in ‘De Schreeuw van de Leeuw’. Wat dat betreft hebben we nu last van René.
We willen het verhaal van nu vertellen en openheid en zichtbaarheid zijn hierbij essentieel. De Hiv Vereniging heeft een uitgebreide, gemixte poule van vrijwilligers die hun verhaal vertellen en daarbij de diversiteit van mensen met hiv laten zien. Bij voorlichtingen op scholen en organisaties kiezen we een combinatie van mensen met verschillende achtergrond en verhalen. De vereniging heeft prachtige filmpjes waarin mensen vertellen over o.a. de impact van n=n op hun leven. We hebben de leermodule ‘Positief in Beeld’ voor verpleegkundestudenten. Verhalen in de media zijn belangrijk. Zo geeft Reina een openhartig interview voor het vrouwenblad ‘Mijn Geheim’, inclusief mooie foto’s, staat Liako met haar Afrikaanse achtergrond en haar verhaal in de Twentse Courant Tubantia, en is Sander (daar heb je hem weer) te zien met een aantal anderen in queer glossy WINQ over serodiscordante stellen. In een bijlage van de Telegraaf staat n=n vet in de kop van een artikel met mij. En Gerben, die in Wenen werkt als musicalster, is op Wereldaidsdag op de nationale Oostenrijkse televisie en vertelt hoe het is om anno 2020 hiv te hebben. Het zijn allemaal krachtige verhalen, maar het blijft verrekte lastig om een actueel en beklijvend, goed beeld neer te zetten van mensen met hiv nu.
We moeten de juiste balans vinden in herdenken, blijven laten zien waar we vandaan komen én uitleggen waar we nu staan. Het verleden is ons fundament, het zit in ons DNA en hierop bouwen we verder.
‘It’s a SIn’ stopt in 1991. Ik nodig Michiel van Erp (meteen hoog inzetten) uit voor een kop koffie. Om te praten over een dramaserie over (de geschiedenis van) hiv/aids in Nederland. En dan met een tweede seizoen om het verhaal vanaf 1996 te vertellen. Er bestaat een schat aan verhalen, gezichten, ervaringen en beelden. Over toen en nu. Deze blijf ik vertellen. Doe(n) je/jullie mee?
Bertus Tempert 15 maart 2021
Wil jij ook je column delen? Stuur dan een mailtje naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Foto: Marjolein Annegarn