GJ Wielinga (53) is op 2 maart in het bestuur van de Hiv Vereniging gekozen door de ledenraad. “Open zijn over mijn hiv is altijd mijn strategie geweest.”
“Hiv vormt een rode draad in mijn leven vanaf het moment dat ik de diagnose kreeg in januari 1993. Ik was net 22 geworden. De levensverwachting van iemand met hiv was toen 2 tot 10 jaar. Door terug te rekenen wist ik dat daar inmiddels al anderhalf jaar van was verstreken. Van meet af aan was ik er open over. Naast mijn studie werkte ik in de Cockring, een populaire homodisco. Veel collega's en klanten hadden het ook, dus zwijgen over mijn hiv kwam niet eens in me op. Mijn gedachte was: ik heb dit, hoe maak ik met deze omstandigheden het beste van mijn leven? Ik moest wel in beweging komen. Volledig open zijn over mijn hiv tegenover iedereen die ik tegenkwam, was voor mij daarin een strategie.
Niet vanzelfsprekend
Die openheid was niet vanzelfsprekend toen, en dat is het voor veel mensen nog steeds niet. Behalve kunstenaar en schrijver ben ik campaigner. Ik heb lang voor het landelijke COC gewerkt. De GSA (Gender & Sexuality Alliance) en Paarse Vrijdag zijn enkele van mijn successen, maar ik hield me ook bezig met diversiteit op de werkvloer, queer moslims, mannengezondheid en biseksualiteit. Zo was ik één van de oprichters van PrEPnu, het Amsterdams Chemsex Overleg en Bi+ Nederland. Als campaigner hou ik me bezig met het actief veranderen van beleid en de mindset van mensen. Ik vind het altijd spannend om een onderwerp uit te spitten, met mensen te praten, een analyse te maken en een strategie te bedenken over hoe je vanuit een probleem naar de oplossing kunt werken.
'Dat het tot 2018 heeft moeten duren voordat we de n=n-campagne mochten opzetten is simpelweg verloren tijd geweest'
Op gebied van hiv heb ik veel geschreven voor hello gorgeous, zat ik in de kerngroep van Poz&Proud ten tijde van de Groninger hiv-zaak en was ik één van de oprichters van de Long Term Survivors groep. Afgelopen zomer schreef ik de e-learning voor vrijwilligers van de Hiv Vereniging. Dat liet me wel nadenken over de weg die we zijn gegaan als mensen met hiv. Soms laten we het ons wel erg aanleunen. Nadat de hiv-remmers er kwamen in 1996, heeft het best lang geduurd voordat we ons beseften wat we hadden meegemaakt. Het devies was: niet zeuren, je leeft gewoon door. Terwijl veel van ons het trauma nog niet goed hadden verwerkt.
Gevaarlijke gekken
Tijdens de Groninger hiv-zaak werden we door de buitenwereld ineens als gevaarlijke gekken neergezet, terwijl veel artsen en wetenschappers al wisten dat je met een heel lage viral load het virus niet door kon geven. Dat het dan nog tot 2018 heeft moeten duren voordat we de n=n-campagne mochten opzetten is simpelweg verloren tijd geweest. Ik begin mijn tijd in het bestuur met de vraag: waar staan we nu, en waar gaan we naartoe? Ik zie mensen met hiv als familie. Met broers en zussen, neven en nichten, ooms en tantes. Misschien zijn we niet allemaal even close, en verschillen we in ervaring, opvatting en persoonlijkheden, maar we willen wel dat het goed gaat met de hele familie. In Nederland komen er steeds minder mensen met hiv bij, de groep die al hiv heeft, beweegt zich richting ouderdom, de gemiddelde leeftijd is 55. Wat heb je nodig voor zo'n populatie? Dat is een vraag waar we met de hele familie mee aan de slag moeten."