Studievertraging door hiv samen weten te voorkomen

In haar eerste studiejaar zorgt hiv voor een flinke studie-achterstand voor Ada. Gelukkig krijgt ze steun van mentor Sijbren en heeft hij het volste vertrouwen in haar kunnen. Samen maken ze een plan om de studie-achterstand weg te werken en een studievertraging te voorkomen.

In januari 2017 krijgt Ada (25) van haar huisarts te horen dat ze hiv heeft. “De eerste vraag die ik stelde was of ik nog wel kinderen zou kunnen krijgen. ‘Ja’, zei ze. En of ik er oud mee zou kunnen worden. Weer zei ze ‘ja’.” Na het bezoek aan de huisarts belt Ada haar moeder om het haar te vertellen. “Die begon meteen te huilen. Pas toen viel bij mij het kwartje… Oh ja, dit is wat er aan de hand is.”

De hiv-diagnose verklaart een periode van ziekte een paar maanden eerder. Ada is op dat moment eerstejaars student aan de opleiding Internationale Logistiek & Management aan de Breda University of Applied Sciences. “In november ben ik een aantal weken behoorlijk ziek geweest. Precies in de eerste tentamenperiode waardoor ik toen geen enkel tentamen heb kunnen maken.”

Achterstand

De eerste weken na de diagnose zijn moeilijk voor Ada. “Ik wist niet goed aan wie ik het wel of niet moest vertellen. En ik moest het leren accepteren. Dat vond ik lastig, maar gelukkig kreeg ik wel begeleiding van een psycholoog.” Het lukt haar echter niet om zich te focussen op de opleiding. “Helaas was dat net in de periode van de hertentamens van de eerste periode. Die kon ik dus ook niet maken.” Daarmee loopt ze een flinke achterstand op. “Ik miste 20 van de 60 punten; dat is heel veel. Ik wist toen niet goed meer wat ik moest doen: me inzetten voor de opleiding en dan erachter komen dat ik toch niet door zou mogen naar het tweede jaar? Of gewoon maar stoppen en me opnieuw inschrijven voor het volgende jaar?”

Tussen wal en schip

Foto door Marjolein Annegarn

Dat Ada leeft met hiv is op dat moment wel bekend bij haar klasgenoten en een van hen ziet haar worstelen en legt de situatie voor aan haar mentor, Sijbren, die op dat moment niet de mentor is van Ada. “Die klasgenoot gaf aan dat ze het heel moeilijk vond om te zien dat Ada het zo lastig had en dat er volgens haar niemand was waar Ada naartoe kon”, vertelt Sijbren. “Omdat we een kleinschalig instituut zijn, wist ik al wel van de situatie. En ik wist dat Ada’s mentorgroepje goeddeels uit elkaar was gevallen en ze daardoor een beetje tussen wal en schip terecht was gekomen. Ik heb gezegd dat ik uiteraard wilde helpen, ook al was ik niet Ada’s mentor, en dat Ada bij me kon langskomen als ze daar behoefte aan had.”

De knop om

Dat laat Ada zich geen tweede keer zeggen; al snel zit ze aan het bureau van Sijbren. “Ze was heel positief en enthousiast en wilde actief meedenken over oplossingen. Maar de tentamens van de tweede periode waren op dat moment ook al geweest. Dus de achterstand was inmiddels echt wel behoorlijk.”Samen maken Ada en Sijbren een plan om een deel van de vakken uit periode twee te herkansen en om de derde en laatste periode er volledig voor te gaan. “Sijbrens steun was geweldig. Ik denk dat als hij er niet was geweest, ik was gestopt met de opleiding”, zegt Ada. “Maar toen ik met het plannetje thuiskwam, realiseerde ik me dat ik er helemaal voor moest gaan en keihard mijn best moest doen en moest laten zien dat ik het kan.”Psychisch gaat het met Ada op dat moment ook beter en lichamelijk heeft ze geen last van de infectie, noch van bijwerkingen van de medicatie. “Ik was dus wel in staat om de knop om te zetten en me te gaan concentreren op school.”

Vertrouwen in de toekomst

Ada maakt de eerste vier hertentamens van de tweede periode – twee meer dan Sijbren haar adviseerde – en haalt die alle vier. “Daarmee werd het vertrouwen voor de toekomst alleen maar groter”, vertelt Sijbren. “Intern heb ik toen geregeld dat ik haar mentor zou blijven; dat wilde ze erg graag.”Ook de derde periode verloopt goed; Ada haalt alle tentamens. “Daarmee liet ze wat mij betreft zien op de opleiding thuis te horen”, zegt Sijbren. “Maar goed, na alle tentamens kwam Ada wel 27 punten tekort, bijna de helft. Officieel niet voldoende om op de opleiding te mogen blijven.”

Naar het tweede jaar

Samen gaan ze naar de examencommissie om de situatie uit te leggen. Ada vertelt de commissie haar verhaal, gesteund door Sijbren. “Ik wilde niet dat dit mijn toekomst in de weg zou staan. Maar ik vond het best moeilijk om dat uit te leggen. En het maakte me emotioneel. Daarom was het fijn dat Sijbren erbij was. Ook omdat hij in me geloofde.”“Ik heb de examencommissie ronduit gezegd dat het voor onze opleiding een gemiste kans zou zijn als we zo’n jong talent zouden laten lopen”, vult Sijbren aan. “Ada hoorde wat mij betreft echt in het tweede jaar thuis. En dat was de examencommissie gelukkig met me eens. Omdat ze nadrukkelijk had laten zien dat ze het wel kan. Als ze die hiv-infectie niet zou hebben opgelopen, had ze het gewoon helemaal gehaald.”

Achterstand helemaal weggewerkt

Inmiddels is Ada gestart met haar stage in het derde jaar. Alle studie-achterstand is in het tweede jaar weggewerkt. “De decaan dacht aan het einde van het eerste jaar dat ik, met de achterstand die ik had opgebouwd, wel een half jaar studievertraging zou oplopen. Sijbren vond echter dat we het maar gewoon moesten proberen. Samen hebben we toen een plan opgesteld hoe ik in het tweede jaar de achterstand zou kunnen wegwerken en ook het tweede jaar zelf zou kunnen halen.”Sijbren vertelt wel vaker te maken te hebben met studenten met studievertraging. “Er zijn meerdere situaties waarin zoiets kan ontstaan. Het beleid van onze school is dat we zo veel mogelijk op maat willen helpen. Het voordeel daarbij is, is dat we kleinschalig zijn. Ada wilde graag doorwerken en de achterstand inhalen, en dat hebben we mogelijk gemaakt. Maar soms is een jaar studievertraging wenselijker – of nodig om volledig te herstellen. Daar staan we ook voor open. Per geval kijken we hoe we de student op de juiste manier door de opleiding heen kunnen loodsen.”

Een normaal leven met hiv

Met Ada gaat het goed. “Ik heb de achterstand weggewerkt en ook met mijn gezondheid gaat het goed, zowel lichamelijk als geestelijk. Af en toe speelt het nog wel een beetje en denk ik nog wel na over de toekomst met hiv. Ook weet nog niet iedereen in mijn omgeving het. Maar ik heb er geen moeite meer mee dat ik hiv heb. Ik besef heel goed dat ik een normaal leven kan hebben – en dat heb ik nu ook.”

Om privacyredenen is Ada een gefingeerde voornaam, haar echte naam is bekend bij de redactie.

Stigma
Het stigma rondom hiv is hardnekkig en nog zeer aanwezig. Ondanks dat bij een onmeetbare viral load het virus niet kan worden overgedragen, mensen met hiv gewoon kinderen kunnen krijgen en een levensverwachting hebben als ieder ander. Marjolein Annegarn, fotograaf en iemand die zelf leeft met hiv, heeft het Stigma project opgezet waarmee ze met haar foto’s het stigma rondom hiv in beeld brengt. Een van de foto’s uit dit interview is afkomstig uit dat project. Meer informatie erover kun je hier vinden. De Hiv Vereniging probeert op verschillende manieren (waaronder de n=n campagne) het stigma te verminderen en hoopt dat in de toekomst mensen met hiv hier vrij van zijn zodat men de keuze kan maken open te zijn over hun hiv-status, zonder angst voor sociaal isolement en uitsluiting.

Dit interview is onderdeel van de serie Positief Contact op de opvang en  school, voor een overzicht van de serie klik hier. 

 

 

 

 

 

Deze informatie is nuttig

Lees ook

Wat speelt er in het onderwijs

Lees meer: >

In het onderwijs: alles op een rij

Lees meer: >

Ze mogen later zelf beslissen wie ze het wel en niet vertellen

Lees meer: >

Ik mocht het niet in de klas vertellen

Lees meer: >