Verslaafd aan cocaïne, door meerdere mannen mishandeld, vader in de bak omdat hij je vriend heeft doodgeschoten, tien jaar onwetend met hiv rondlopen en meer. Het is bijna onmogelijk om alle ellende die de Delftse Barbara Wareman meemaakte, samen te vatten in één verhaal. Toch deed Barbara het in haar boek ‘Keer op Keer’.
Afgelopen juni bracht zij het uit: “Het had nog veel dikker kunnen worden, maar de hele tijd in je verleden wroeten, is heftig.”Op de opmerking ‘het lijkt wel een film, jouw leven’, antwoordde Barbara: “Dat klopt. Dit voorjaar lag ik in het ziekenhuis. De verpleegkundige hoorde mijn verhaal en zei tegen me: je moet dit opschrijven. Dat heb ik dus gedaan. Nu ik clean ben, kan ik weer naar de toekomst kijken. Ik wil mijn verhaal vertellen omdat ik wil laten zien aan anderen in deze situatie dat ze echt nog en een kans hebben om eruit te komen.”
Geïnfecteerd met hiv
Barbara is geboren en getogen in Delft: “Ik groeide op in Wippolder. Ik was een echte straatmeid! Altijd buitenspelen.” Ze ging naar school op het Van Der Made college en daar ontmoette ze ‘hem’: “De man die mij geïnfecteerd heeft met hiv. Ik was op slag verliefd. Maar het duurde nog vijf jaar voordat hij mij zag staan, hoor.” Toen zij later met deze jongen samen ging wonen, ging het helemaal mis: “Ik werd zwaar mishandeld. Toen mijn vader erachter kwam, heeft hij hem doodgeschoten. Hij gaf zichzelf aan en moest naar de gevangenis. Ik was mijn steun kwijt.”
Nooit meer beter geworden
Ondanks dat ze haar vader moest missen, ging het op dat moment best goed met Barbara’s carrière. Ze werkte voor de gemeente, maar koos ervoor om in de verpleging te gaan: “Alles wat ik wilde was voor mensen zorgen. Ik heb ook een tijdje in de bejaardenzorg gewerkt, ik vond het fantastisch.” Na zes jaar werken en rond de wereld reizen, werd Barbara opnieuw verliefd: “We trouwden en wilden kinderen. Maar ik was onvruchtbaar, daarvoor liet me opereren. Na die tweede operatie is het nooit meer goed gekomen.” Barbara was zó ziek geworden na de tweede operatie, dat ze een lange tijd in het ziekenhuis bleef. “Ik had tien jaar lang zonder het te weten met hiv rondgelopen, daar kwamen we toen pas achter. Ik was bijna dood en weet ook helemaal niets meer van deze periode in het ziekenhuis.
Hierna moest ik opnieuw leren praten, lopen en zindelijk worden. Dat was een hele vreemde ervaring.”Na vertrek uit Delft ging het echt mis. Na al deze ellende vertrok Barbara naar een grote stad*. Achteraf bleek dat haar grootste fout, zegt ze zelf: “Ik had nooit weg moeten gaan uit Delft. Tóen ging het pas echt fout. Daar in die grote stad hielp niemand me. Dan zeiden de buren: ‘We dachten vannacht echt dat je vriend je dood had geslagen.’ Waarom bel je de politie dan niet?” Die vriend bleek een loverboy, die haar mishandelde en dwong een crackpijp te roken: “Anders kreeg ik klappen. En als je één keer crack gebruikt, ben je meteen verslaafd.”
De Bomenwijk en Parnassia
Hierna belandde Barbara in een vicieuze cirkel van afkicken in een kliniek, vluchten voor mannen met losse handjes en overdosissen: “Op een gegeven moment woonde ik weer eventjes bij mijn moeder in de Bomenwijk. Ik wist precies waar alle panden van de dealers waren, dus ik ging gewoon op de stoep zitten wachten daar. Ik kreeg drugs van ze, in ruil daarvoor deed ik wassen en strijken.” Toen Barbara vervolgens een tijdje in Den Haag woonde, stonden er plots twee nette mannen naast haar bed. Of ze mee ging. Zo kwam Barbara bij Stichting Parnassia terecht: “Het was daar niet leuk, maar het ging goed met me. Mijn vader kwam elke week langs en dan liepen we drie kwartier met de honden. Dat was echt mijn uitje.” Maar omdat Barbara opnieuw verliefd werd op een foute man, ging het weer mis. Hij stalkte haar en Barbara moest daarom vertrekken.
Hart kapot geschopt
Je zal het bijna niet geloven, maar even later belandde Barbara wéér in het ziekenhuis. Een van haar mishandelaars had haar ooit zo hard geschopt, dat haar hart blijvende schade had. “Tijdens de operatie was ik bij. Het allerergste vond ik dat een van de artsen zei ‘voor zo iemand wil je toch niet overwerken.’”Zo zouden we je nog pagina’s lang bezig kunnen houden met het levensverhaal van Barbara, maar daarvoor zul je het boek moeten lezen. Gelukkig is zij nu weer terug in Delft en in een gelukkige relatie met een man die niet één, maar twee keer haar leven gered heeft toen haar gezondheid haar in de steek liet. “Ik slik elke dag heel veel medicijnen, zit in een scootmobiel en loop bij de voedselbank. Maar mijn oude vriendinnen van hier zeggen in ieder geval dat ik altijd mezelf gebleven ben.”
Kleine wensen
Toch blijft Barbara na alles bescheiden en heeft zij voor de toekomst alleen een paar kleine wensen: “Eigenlijk, gewoon een keertje een weekendje weg met mijn vriend en hondje. In een huisje, niet ver weg. De wereld heb ik al gezien. En het liefst zou ik weer de bejaardenzorg ingaan, maar helaas zit dat er niet meer in.Barbara’s boek Keer op Keer is hier te bestellen.
Samenvatting
Keer op keer - Barbara Wareman
Het bewogen levensverhaal van mij. Na de diagnose hiv trouwde ik om vervolgens snel weer te scheiden. Na mijn echtscheiding raakte ik verstrikt in een leven met loverboys. Ik raakte zwaar verslaafd aan de crack-cocaïne. Doordat ik mijn hiv-medicatie niet meer innam raakte ik blind aan een oog. Meerdere malen probeerde ik een overdosis te nemen. Tegenslag na tegenslag besloot ik toch hulp te aanvaarden. Ik werd meerdere malen opgenomen in een kliniek om van mijn verslaving af te komen. Ik verloor alles wat ik had maar vocht door. Nu ik clean ben, heb ik weer een kans op een normaal leven. Toch blijft mijn verleden mij achtervolgen. Mijn hart is kapot geschopt waardoor ik nu in een scootmobiel zit. Het is een hele lange weg om weer geaccepteerd te worden in de samenleving zeker met de beperkingen die ik aan mijn verslaving over gehouden heb. Met mijn verhaal hoop ik mensen te bereiken die in een soortgelijke situatie terecht zijn gekomen om te laten zien dat er wel degelijk een nieuwe kans is.
De personen in mijn boek hebben allemaal een andere naam in verband met hun privacy. Ik wil niemand beschuldigen van de fouten die ik gemaakt heb.