Daar ben ik dan. Aan de Zuidkant van de wereld. Ongeveer 30 uur na mijn vorige blog. Alles is goed gegaan. De rijen bij de security waren lang en ergerlijk, het vliegtuigeten niet écht je van het en het voor de conferentie geregelde busvervoer hemelschreiend slecht Ondertussen rijdt in Nice een vrachtwagen 100 mensen dood.
Ik heb vandaag veel mensen hard zien werken in baantjes waar ze zonder twijfel slecht mee verdienen. Werk beneden hun niveau ook. Ik merkte dat aan donkere mensen in de rij op het vliegveld nogal gebiedend gevraagd werd of ze hun handbagage in wilden checken omdat het vliegtuig vol zat en wij blanken mochten gewoon doorlopen met onze trolleys. Apartheid. Een rare en nare gewaarwording, ook al is er geen echt zichtbare uitsluiting meer met geschreven bordjes. Er is wel merkbaar onderscheid. In de media is dat heel duidelijk, op straat ook wel eigenlijk. Zo werd van een van mijn collega's al op de eerste dag op straat zijn telefoon uit zijn handen gejat. Na zonsondergang maar niet meer over straat. Ook werd ik zelf een beetje vreemd onderzoekend-maar-welwillend aangekeken toen ik de lunchvouchers inleverde die alleen voor mensen met hiv beschikbaar worden gesteld. Ja jonguh, ook blanke vrouwen van zekere leeftijd hebben wel eens hiv.
Dag 1 is voorbij. Mijn conferentietasje en lunchbonnen heb ik en ook ben ik officieel geaccrediteerd als deelnemer aan Aids2016. Met een fotopasje bungelend aan een rood lint om mijn nek.
Ik ga vroeg slapen. Morgen begint de eerste sessie om 8 uur. Mijn hotelkamer kijkt uit op de Indische oceaan en door het geroezemoes beneden op straat heen hoor ik het geluid van de branding. Idyllisch? Nou nee, hoor. Het hotel is behoorlijk sleets, heeft geen wifi op de kamer (ik heb eeb lokale simkaart aangeschaft en schrijf op mijn telefoon) en de deuren zijn gemaakt van karton. Dat wordt een hele week met mijn laptop slepen.... maar de curry die ze hier op het terras serveren had ik niet willen missen. Wat is alles toch betrekkelijk.
Durban. Ik ben geland.
Reina