Soa staat voor ‘seksueel overdraagbare aandoening’. Als je seks hebt met iemand anders, is er altijd een kans dat je een soa overdraagt of oploopt. Afhankelijk van de omstandigheden en van wat jij en je partner(s) doen, is er sprake van een groter of kleiner risico. Als je seks hebt met condoom is de kans veel kleiner, maar niet nul.
In het kort:
- Op soaaids.nl/soa vind je uitgebreide informatie over de klachten, de mogelijke gevolgen en de behandeling van de meest voorkomende soa's.
- Hoe meer seks je hebt, met hoe meer verschillende partners, hoe meer kans jij en je partners hebben om een soa op te lopen.
- Als je bij de seks een condoom gebruikt en zorgt dat er geen sperma in de mond komt bij orale seks, maak je de risico’s veel kleiner.
- Soa's kunnen leiden tot ernstige klachten. Als je daar lang mee doorloopt, kan het zijn dat sommige klachten niet meer genezen, bijvoorbeeld blindheid bij syfilis of onvruchtbaarheid bij chlamydia.
Is hiv een soa?
Hiv kan op verschillende manieren overgedragen worden, maar de meest voorkomende manier is via seks. Als je succesvol wordt behandeld met hiv-medicatie en daardoor een onderdrukt virus hebt, kun je hiv niet aan anderen overdragen. Ook niet als je seks hebt zonder condoom. Bij een onderdrukt virus is hiv dus geen soa. Dit noemen we ‘niet meetbaar = niet overdraagbaar’, n=n. Je leest hier meer over n=n. Dit geldt echter alleen voor hiv. Als hiv onderdrukt is kun je nog steeds andere soa’s krijgen of overdragen.
Kans op een soa als je hiv hebt
Mensen met hiv met een goede weerstand en een onderdrukt virus, hebben niet meer kans om een soa op te lopen dan mensen zonder hiv. Als je afweer niet optimaal is doordat je bijvoorbeeld een onbehandelde hiv-infectie hebt, loop je sneller een soa op en heb je er meer last van.
Kans op hiv als je een soa hebt
Een soa kan de kans vergroten dat je hiv oploopt (wanneer je sekspartner geen onderdrukt virus heeft). Wanneer je door bijvoorbeeld herpes wondjes hebt, kan hiv makkelijker je bloedbaan binnenkomen. Wanneer je sekspartner een onderdrukt virus heeft kun je geen hiv oplopen, ook niet wanneer je een soa hebt. Je leest hier meer over n=n, niet meetbaar is niet overdraagbaar.
Soorten soa’s en behandeling
Soa’s zoals chlamydia, gonorroe, herpes en genitale wratten, kunnen bij de seks vrij makkelijk worden overgedragen. Het gebruik van een condoom maakt de kans op overdracht veel kleiner, maar niet nul. Niet klaarkomen in de mond maakt de kans voor de pijpende partner kleiner, maar niet nul. Bij kontlikken is er een risico op hepatitis A. Bij het likken van clitoris en vagina is de kans op overdracht van soa’s heel klein, tijdens de menstruatie iets minder klein (als je die kans wilt voorkomen, kun je een beflapje gebruiken). Door een onbehandelde soa word je weer vatbaarder voor een andere soa.
Chlamydia
Niet alle soa’s leveren grotere problemen op bij mensen met hiv. Chlamydia verloopt bij mensen met hiv hetzelfde als bij mensen zonder hiv.
Maar LGV is een agressieve variant van chlamydia die vooral voorkomt bij homomannen met hiv. Na tien tot dertig dagen of soms nog langer kan een lymfeklierontsteking volgen: pijnlijke, bobbelige zweren in het laatste stuk van de darm, verstopping, bloed in de ontlasting en bij mannen ook een ontsteking van de plasbuis of penis en een pijnlijke zwelling van de lymfeklieren in de lies. Soms heeft men koorts en vaak een gevoel van algehele malaise. LGV wordt gemakkelijk overgedragen door onbeschermd anaal seksueel contact, vuistneuken en het delen van hulpmiddelen (dildo's) zonder deze te desinfecteren. Door de zweren kun je met LGV makkelijker hiv en andere soa’s oplopen en overdragen.
LGV is te behandelen door een antibioticumkuur van drie weken.
Gonorroe
Ook gonorroe verloopt bij hiv-positieven hetzelfde als bij hiv-negatieven.
Herinfectie met hiv
In het verleden is wel gedacht dat mensen met hiv nóg een keer hiv konden oplopen, een zogenoemde ‘her-infectie’ of ‘superinfectie’. Die zou extra krachtig kunnen zijn of resistent tegen bepaalde hiv-remmers. Inmiddels is gebleken dat her-infecties alleen voorkomen wanneer mensen nog geen medicijnen gebruiken, en bij hen ook vrij regelmatig, maar dat ze er in de praktijk geen last van hebben.
Hepatitis A
De seksuele overdrachtsroute van Hepatitis A (hav) loopt met name via kontlikken (rimmen). Hepatitis A is een leverontsteking die wordt veroorzaakt door het hepatitis A virus. Vrijwel iedereen krijgt snel na de infectie klachten. Bij mensen met hiv kan een hav-infectie leiden tot een grote stijging van de hiv viral load. Soms moeten mensen met hiv door de hepatitis tijdelijk stoppen met de hiv-remmers. Ook dat heeft nadelige gevolgen voor de hiv viral load en het aantal CD4-cellen.
Hepatitis A kun je voorkomen door je te laten vaccineren. Mannen die seks hebben met mannen kunnen gratis worden gevaccineerd. Bij mensen met hiv , vooral met een verzwakte afweer, is de vaccinatie niet altijd direct geslaagd. Wie minder dan 200 CD4-cellen heeft, kan beter wachten tot de afweer is verbeterd. Na afloop van de vaccinatie kan met een titerbepaling worden gekeken of de afweer voldoende is. Als de titer te laag is kunnen extra vaccinaties worden gegeven, tot de titer hoog genoeg is. Dit lukt niet in alle gevallen. Als de vaccinatie geslaagd is blijft die langdurig werkzaam, zeker vijftien en waarschijnlijk zelfs vijfentwintig jaar.
Alle patiënten worden uit zichzelf beter, maar je kunt er behoorlijk ziek van zijn. Wie ooit hepatitis A heeft gehad, kan de ziekte niet opnieuw oplopen.
Hepatitis B
Hepatitis B (hbv) wordt overgedragen door sperma, vaginaal vocht en bloed, en is dus besmettelijker dan hepatitis C. Hepatitis B is een leverontsteking die wordt veroorzaakt door het hepatitis B virus. De meeste mensen herstellen uit zichzelf maar bij sommige wordt de infectie chronisch. Niet iedereen krijgt daar meteen klachten van, maar in de loop der jaren kan de ziekte zich manifesteren. Wie dan niet wordt behandeld kan levercirrose of leverkanker krijgen en op termijn zelfs aan de ziekte overlijden.
Hepatitis B kun je voorkomen door je te laten vaccineren. Mannen die seks hebben met mannen kunnen gratis worden gevaccineerd. Bij mensen met hiv , vooral met een verzwakte afweer, is de vaccinatie niet altijd direct geslaagd. Wie minder dan 200 CD4-cellen heeft, kan beter wachten tot de afweer is verbeterd. Na afloop van de vaccinatie kan met een titerbepaling worden gekeken of de afweer voldoende is. Als de titel te laag is, kunnen extra vaccinaties worden gegeven, tot de titer hoog genoeg is. Dit lukt niet in alle gevallen. Als de vaccinatie geslaagd is, blijft die levenslang werkzaam.
Chronische hepatitis B kan goed worden behandeld maar niet worden genezen. Je moet de rest van je leven pillen blijven slikken. Wie ooit hepatitis B heeft gehad, kan de ziekte niet opnieuw oplopen.
Hepatitis C
Hepatitis C (hcv) wordt niet overgedragen door sperma of vaginaal vocht; de overdracht gaat alleen via bloed. Dat geldt ook voor de seksuele overdracht. Omdat bij anale seks vaker kleine bloedinkjes voorkomen, is vooral dat de route waarlangs hepatitis C seksueel wordt overgedragen. Een ander risico is het delen van naalden bij intraveneus gebruik van drugs, ook het slammen van Tina (crystal meth). Hepatitis C is een leverontsteking die wordt veroorzaakt door het hepatitis C virus. De meeste mensen herstellen uit zichzelf maar bij sommige wordt de infectie chronisch. Niet iedereen krijgt daar meteen klachten van, maar in de loop der jaren kan de ziekte zich manifesteren. Wie dan niet wordt behandeld kan levercirrose of leverkanker krijgen en op termijn zelfs aan de ziekte overlijden.
Helaas bestaat er geen vaccinatie tegen hepatitis C. Vroeger was de combinatie van hiv en hepatitis C erg problematisch. Mensen met hiv liepen de infectie sneller op, ze werden sneller ziek en de behandeling had bij hen minder succes.
Sinds 2015 zijn er nieuwe medicijnen tegen hepatitis C beschikbaar, de DAA’s (Direct Antiviral Agents). Daarmee genezen mensen met hiv net zo makkelijk van hepatitis C als mensen met alleen hepatitis C en zijn de bijwerkingen veel minder ernstig dan vroeger. De behandeling van hepatitis C vindt plaats door de internist en hiv-consulent in het hiv-behandelcentrum, meestal in samenspraak met een leverarts. Veel mensen met hiv en hepatitis C zijn recent van hepatitis C genezen, waardoor de kans dat je het oploopt aanzienlijk kleiner is geworden.
Let op: wie met succes is genezen van hepatitis C, kan daarna de infectie gewoon opnieuw oplopen!
Herpes genitalis
Herpes is een van de meest voorkomende soa's. De boosdoener is het HSV2-virus, dat zweertjes of blaasjes kan veroorzaken op de penis, schaamlippen, anus of billen. Dat kan jeuk of zenuwpijn opleveren. Doorgaans gaat het vanzelf over, maar je raakt het herpes-virus niet meer kwijt. Wanneer je stress hebt of oververmoeid bent, of als je drugs hebt gebruikt, kan het altijd weer de kop opsteken. Het virus is heel besmettelijk in de periode dat je blaasjes of zweertjes hebt.
Condooms beschermen niet honderd procent tegen herpes. Het virus is ook over te brengen via vingers of mond naar andere delen van het lichaam. Een koortslip, waterpokken en gordelroos worden ook door herpes-virussen veroorzaakt.
Medicijnen kunnen ervoor zorgen dat je minder last hebt van een aanval en dat het korter duurt. Je moet dan wel heel snel met die medicijnen beginnen, meteen bij de eerste verschijnselen. Als bij jou de herpes vaak terugkomt, is misschien profylactische behandeling een optie (daarbij slik je continu medicijnen in een lage dosering om een aanval te voorkomen).
HPV
De overdracht van het Humaan Papillomavirus (HPV) gaat seksueel en die overdracht gaat supermakkelijk. Condooms beschermen wel, maar niet volledig. Bij 100% effectief condoomgebruik wordt de overdracht voor 70% voorkomen. HPV kan ook worden overgedragen via vingers of handdoeken. Infectie met HPV is de meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoening. Wanneer je een handvol verschillende seksuele partners hebt gehad, kun je er bijna zeker van zijn dat je met het virus in aanraking bent gekomen. Vaak veroorzaakt een HPV-infectie geen klachten, maar het kan leiden tot genitale wratten en tot vormen van kanker. De belangrijkste zijn baarmoederhals- en anuskanker, maar zeldzamer kan het bijvoorbeeld ook keelkanker en peniskanker veroorzaken. Er bestaan zeer veel subtypes van HPV. De subtypes die wratten veroorzaken en die kanker veroorzaken zijn niet dezelfde. Als je dus genitale wratten hebt gehad wil dat nog niet zeggen dat je een infectie met een kankerverwekkend subtype hebt. Maar het kan wel.
De HPV-vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma beschermt tegen HPV-16 en HPV-18; deze stammen veroorzaken zeventig procent van de baarmoederhalskankers. De vaccinatie wordt gegeven aan jonge meisjes. Of vaccinatie voor jongens of volwassenen ook zinvol zou zijn, is niet bekend.
Veel mensen die geïnfecteerd zijn, raken het virus op eigen kracht weer kwijt. De overgrote meerderheid van de heterovrouwen is het virus in een paar jaar kwijt. Bij homomannen lijkt dit minder het geval te zijn en blijft het virus vaker aanwezig. Bij sommige mensen blijft het virus zelfs langdurig aanwezig. Dat gebeurt vaker wanneer de afweer verzwakt is, zoals bij veel mensen met hiv het geval is.
Bij een vaginale infectie kunnen na verloop van tijd voorstadia van kanker ontstaan. Die voorstadia kunnen op den duur overgaan in baarmoederhalskanker. Om baarmoederhalskanker te voorkomen worden uitstrijkjes gemaakt. Wordt met behulp van die uitstrijkjes en andere diagnostiek een ernstig voorstadium van baarmoederhalskanker gevonden, dan wordt dat behandeld. Het systeem van regelmatige uitstrijkjes en behandeling van de voorstadia is effectief. Kregen vroeger ongeveer 800 op een miljoen vrouwen per jaar baarmoederhalskanker, sinds de invoering van de uitstrijkjes is dat 20 op een miljoen vrouwen per jaar. Bij hiv-positieve vrouwen komt sinds de komst van combinatietherapie baarmoederhalskanker vaker voor. Dat is een reden om jaarlijks een uitstrijkje te laten maken.
Anuskanker is bij hiv-negatieve hetero’s een zeldzame aandoening. In de algemene bevolking krijgen per jaar 20 mensen per miljoen anuskanker. Bij hiv-negatieve homomannen is dat 400. Hiv-positieve heteromannen en vrouwen zitten ook in die buurt. Bij hiv-positieve homomannen is het twee tot drie keer zo veel: 800 tot 1.300. Anuskanker vormt dus een gezondheidsprobleem voor homomannen en voor mensen met hiv , en het meest voor hiv-positieve homomannen. Bij anuskanker is er ook sprake van voorstadia, die AIN worden genoemd (anale intra-epitheliale neoplasie); AIN1 is het mildst, AIN3 het ernstigst. De meerderheid van de homomannen met hiv heeft AIN, waarvan meer dan de helft AIN2 of 3. Dat betekent dat we te maken hebben met een veel voorkomend, ernstig gezondheidsprobleem. In sommige hiv-behandelcentra, met name in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, worden homomannen met hiv dan ook systematisch gescreend op deze voorstadia door middel van anoscopie en worden verschillende behandelmethoden onderzocht op hun effectiviteit. We weten nog niet welke behandeling het effectiefst is. Maar dat het vroegtijdig behandelen van voorstadia kanker kan voorkomen, lijkt waarschijnlijk, want de screening op voorstadia van baarmoederhalskanker heeft het aantal gevallen per jaar van die ziekte drastisch gereduceerd.
Door de komst van combinatietherapie leven mensen met hiv langer. Ze hebben daardoor ook meer tijd dan vroeger om anuskanker of baarmoederhalskanker te krijgen.
Bij anuskanker lijkt de duur van de hiv-infectie een grote rol te spelen. Van de miljoen homomannen die korter dan 5 jaar is geïnfecteerd, krijgen volgens een onderzoek 280 per jaar anuskanker. Bij mannen die langer dan 15 jaar zijn geïnfecteerd is dat 3.500. Een Frans onderzoek bij mensen met hiv, gepubliceerd in The Lancet Oncology, laat zien dat er meer voorspellende factoren zijn voor het krijgen van een aantal vormen van kanker, waaronder baarmoederhals- en anuskanker. Voor al die vormen van kanker, behalve voor anuskanker, geldt dat het huidige aantal CD4-cellen de meest voorspellende factor is. Hoe hoger dat aantal, des te kleiner is het risico. Voor anuskanker leek dat niet te gelden. Bij anuskanker bleek de duur dat je CD4-aantal onder de 200 is geweest de best voorspellende factor. Elk jaar dat je minder dan 200 CD4-cellen hebt gehad, doet het risico met 30% toenemen. Andere onderzoeken noemen als voorspeller van anuskanker het laagste CD4-aantal dat je ooit hebt gehad. Dat komt vaak ongeveer op hetzelfde neer.
Bijtijds beginnen met behandeling kan dus HPV-kankers voorkomen. Voor baarmoederhalskanker geldt dat je dan niet in de extra gevarenzone bent gekomen. Voor anuskanker geldt dat je dan later niet een extra verhoogd risico krijgt en behoudt omdat je ooit een laag CD4-aantal hebt gehad.
Syfilis
Syfilis verloopt bij mensen met hiv vaak net zo als bij hiv-negatieven. Soms kan syfilis bij mensen met hiv anders verlopen. De ziekte is dan ernstiger en verloopt sneller. Soms ontstaat er heel snel neurosyfilis, dat bij hiv-negatieven normaal gesproken pas jaren na infectie uitbreekt. De diagnosestelling en de monitoring van de behandeling kan soms lastiger zijn. Pijpen (zonder in de mond klaar te komen) is voor wat hiv betreft veilig, maar je kan er wel syfilis van krijgen. Condooms beschermen wel, maar niet voor 100%. Regelmatig testen is het devies.
Soa’s voorkómen
Als je seks hebt, kun je maatregelen nemen om te voorkomen dat er sperma, vaginaal vocht of bloed van de een in het lichaam van de ander komt. Sommige maatregelen werken alleen tegen hiv (zoals TasP/n=n, PrEP en PEP) of hepatitis C (de NoMoreC Toolbox) en andere maatregelen werken tegen meerdere soa’s (zoals condooms). Terugtrekken (‘voor het zingen de kerk uit’) is niet effectief in het voorkómen van overdracht van soa’s.
Condooms
Condooms die goed worden gebruikt, bieden een zeer effectieve bescherming tegen de overdracht van hiv en andere soa en ook tegen zwangerschap. Tips voor succesvol condoomgebruik:
- Gebruik geen condoom dat over de houdbaarheidsdatum heen is of dat een halfjaar op de vensterbank in de zon heeft gelegen.
- Als je geen ervaring hebt: lees van tevoren de gebruiksaanwijzing en oefen het omdoen.
- Doe het condoom om voordat de penis contact maakt met anus of vagina, en voordat er glijmiddel op de penis of aan je handen zit.
- Gebruik condooms zowel bij vaginaal als anaal neuken; gebruik ze ook bij het pijpen als je graag wilt klaarkomen, of als je bescherming wilt tegen andere soa’s dan hiv.
- Gebruik veel glijmiddel, dat beschermt het condoom tegen scheuren.
- Speciale condooms voor anale seks zijn niet nodig; extra veel glijmiddel wel.
- Gebruik alleen glijmiddel op water- of siliconenbasis (vet tast het rubber aan).
- Glijmiddelen of condooms met nonoxynol-9 bieden geen extra bescherming, maar wel extra risico’s, dus niet doen.
- Breng opnieuw glijmiddel aan als het neuken lang doorgaat.
- Trek direct na het klaarkomen de penis terug en hou daarbij het condoom vast, zodat het niet afglijdt.
- Leg een knoopje in het condoom en gooi het in de prullenbak (niet in de wc).
TasP of n=n
Als je hiv hebt kun je overdracht van hiv voorkomen door ‘treatment as prevention’ (TasP). Dit betekent dat je hiv-medicatie slikt en je viral load zo laag is dat deze niet meetbaar is. Hiv is dan niet overdraagbaar (zie ook n=n).
PrEP
PrEP staat voor Pre-Exposure Prophylaxis. Dat betekent: preventieve behandeling vóór blootstelling, en dat houdt letterlijk in dat iemand hiv-medicijnen gaat gebruiken vóór er sprake is van een hiv-infectie, en wel om te voorkomen dat hij of zij hiv krijgt.
De gedachte achter deze strategie is dat het hiv-virus, wanneer het iemands lichaam binnendringt, vanaf dag 1 door het medicijn wordt belemmerd in zijn vermenigvuldiging, zodat het zich überhaupt niet in zijn nieuwe gastheer kan nestelen. Daarvoor is noodzakelijk dat het middel op dat moment al in het bloed aanwezig is, dus het moet tijdig worden ingenomen. Er zijn twee manieren om PrEP te gebruiken: gebruikers kunnen het middel elke dag innemen, zodat ze op elk moment beschermd zijn, óf ze kunnen het middel alleen innemen rondom het moment dat ze verwachten risico op hiv te lopen; in dat laatste geval moeten er vier tabletten volgens een schema worden ingenomen.
In wereldwijde trials zien we dat het middel een zeer effectieve bescherming biedt aan mensen die het correct innemen. Bij een analyse van het totaal van alle deelnemers komt de effectiviteit op 92 tot 98% (ter vergelijking: condooms zitten al decennia rond de 70%).
Kijk op www.prepnu.nl voor actuele informatie over PrEP.
NomoreC Toolbox
De NoMoreC Toolbox bevat producten die je helpen om het risico op hepatitis C te verkleinen. Je bestelt deze toolbox gratis via nomorec.nl.
PEP
PEP staat voor ‘post-exposure prophylaxis’. Het betekent: preventieve behandeling ná blootstelling, en dat houdt in dat iemand die mogelijk het hiv-virus in zijn of haar lichaam heeft gekregen, medicijnen gebruikt om een chronische hiv-infectie te voorkomen. De waarschijnlijkheid dat de therapie werkt, is heel groot.
Doordat we nu weten dat mensen met een ondetecteerbare viral load het virus niet meer kunnen overdragen, en omdat in Nederland verreweg de meeste mensen die weten dat ze hiv hebben, succesvol behandeld worden, speelt PEP maar meer een kleine rol van betekenis.
Nieuwe infecties worden met name overgedragen door mensen die zelf niet weten dat ze hiv hebben, en in die gevallen is PEP helaas geen optie.
Eerst wordt gekeken of er daadwerkelijk risico op hiv is. Zo ja, dan moet zo snel mogelijk (hoe eerder hoe beter, en uiterlijk 72 uur) na het risicomoment gestart wordt met de behandeling wil deze succesvol kunnen zijn. Vervolgens slik je een maand lang hiv-medicatie om een infectie te voorkomen.
Kijk of er een hiv-behandelcentrum in de buurt is. Daar zijn ze op de hoogte van alles rondom hiv, kunnen ze een goede afweging maken en is hiv-medicatie ook beschikbaar. Een alternatief is de GGD. De behandeling wordt vergoed als je een Nederlandse zorgverzekering hebt. Het gaat wel van je eigen risico af. Heb je geen Nederlandse verzekering, dan moet je de € 1.000,- zelf betalen.
Monogamie
Dit is een strategie om hiv en soa’s te voorkomen die bij sommigen veruit favoriet is en voor anderen juist totaal ondenkbaar.
Een monogamie van 100% is de veiligste strategie die er bestaat. Maar monogamie levenslang volhouden is erg moeilijk, dat maakt deze strategie kwetsbaar. En als jij en je partner deze strategie kiezen maar het niet levenslang 100% volhouden, dan is dat vaak niet zo makkelijk om te bespreken. Feitelijk leggen partners met deze strategie hun eigen veiligheid volledig in elkaars handen. Dat maakt het tegelijkertijd tot een romantisch ideaal én tot een riskante onderneming. Veel mensen die 100% monogaam waren, hebben hiv en/of een andere soa opgelopen doordat hun partner het niet was.
Serosorteren
Voordat bekend was dat mensen met hiv met een onderdrukt virus hiv niet over kunnen dragen via seks (zie n=n) en voordat PrEP beschikbaar was, was serosorteren een optie. Mensen met hiv zochten bewust (seks)partners met hiv, zodat ze niet bang hoefden te zijn dat ze hiv aan hun (seks)partner zouden overdragen. Gelukkig kunnen mensen met hiv er door n=n en mensen zonder hiv door PrEP-gebruik ervoor zorgen dat er geen overdracht van hiv plaatsvindt.
Terugtrekken
Terugtrekken voor het klaarkomen (‘voor het zingen de kerk uit’) is een geen effectieve manier om soa’s te voorkomen.
Soa-check
Als je meerdere seksuele partners hebt (of als je partner die heeft), is het raadzaam om twee keer per jaar een soa-check te doen en bij veel contacten zelfs drie of vier keer per jaar. Ook als je veilig vrijt, want condooms verkleinen de kans op een soa sterk maar die kans wordt niet nul. Hoe eerder je erbij bent, hoe makkelijker de soa doorgaans te behandelen is én hoe eerder je ‘m niet meer kunt overdragen.
Bij een volledige soa-check hoort ook lichamelijk onderzoek. Sommige hiv-behandelcentra zijn ook soa-polikliniek; daar kun je een complete soa-check doen, gelijk met het bloedonderzoek voor je hiv. Sommige ziekenhuizen testen mensen met hiv standaard op syfilis. Soms is in het hiv-behandelcentrum een soa-polikliniek die voor iedereen toegankelijk is en soms is ie er alleen voor mensen met hiv die daar in behandeling zijn.
Je kunt aan je hiv-consulent of hiv-behandelaar vragen hoe dat bij jouw hiv-behandelcentrum zit. Als je voor een volledige soa-check niet bij jouw hiv-behandelcentrum terecht kunt, kun je een soa-check doen bij soa-poliklinieken van de GGD of bij de huisarts.
Vragen over soa’s?
Bij SoaAids Nederland kun je (anoniem) vragen stellen over soa’s en seks. Je vind hier meer informatie.